Geef elke speler een naamplaatje, schud de stapel taakkaarten en geef elke speler één kaart. De spelers moeten hun taakkaart in hun naamplaatje plaatsen en dat aan hun kleding vasthaken, zodat alle spelers de taken van hun kersverse collega’s kunnen zien.

Alle collega’s maken om de beurt een gebaar en een geluid dat bij hun taakkaart past. Als de taak bijvoorbeeld ‘Neem de telefoon op’ is, kan de speler doen alsof die de hoorn van de haak neemt, een toets indrukt en de telefoon naar zijn oor brengt, en ‘Tring, tring… hallo?’ als geluid gebruiken. Iedereen mag zelf een gebaar en geluid verzinnen. Hoe gekker, hoe leuker!

Plaats de extra taakkaarten en de prestatiebeoordelingskaarten met de rug naar boven in het midden van het speelgebied.

De oudste speler mag als eerste collega beginnen. Als hij of zij een misser maakt (daar komen we nog op terug), is de volgende speler aan de beurt. Er wordt tegen de klok ingespeeld.

Alle collega’s beginnen het spel door in een vast ritme met hun handpalmen op de tafel te trommelen. Begin de beat door ongeveer elke twee seconden op de tafel te tikken, het wijst zich vanzelf! Hou de beat de hele ronde in stand. Naarmate het spel vordert moet het ritme gestaag worden versneld als blij van het steeds hogere tempo waarop je baas verwacht dat je werkt naarmate je langer in dienst bent.

De eerste collega begint de ronde door zijn taak uit te voeren (het aan het begin van de ronde gekozen gebaar en geluid) en moet daarop direct de taak van een andere collega uitvoeren (door het gebaar en het geluid van die speler te maken).

Collega’s blijven elkaar verantwoordelijkheden toeschuiven terwijl ze de beat in stand houden, totdat iemand een misser maakt.

Voorbeelden van missers:

Niet direct reageren wanneer je taak wordt uitgevoerd
Een taak (gebaar en geluid) niet op de juiste wijze uitvoeren
Te lang wachten tussen het uitvoeren van je eigen taak en die van een collega
Een taak uitvoeren die niet langer deel uitmaakt van het spel

Als een collega een misser maakt, komt de ronde ten einde. Iedereen die een misser opmerkt moet stoppen met trommelen op tafel en ‘Je bent ontslagen!’ roepen. Toon geen genade terwijl je de bedrijfsladder opklimt: als je collega ook maar een paar seconden te langzaam reageert, telt dat al als misser!

De collega die een misser heeft gemaakt moet een prestatiebeoordelingskaart trekken en de taak die op deze kaart staat vermeld hardop voorlezen en uitvoeren. Als een collega een andere taakkaart trekt, moet de speler de kaart in zijn ID-badge daardoor vervangen en op basis van de nieuwe kaart direct een nieuw gebaar en geluid kiezen. Deze collega begint de volgende ronde.

Een speler die drie missers heeft gemaakt (kaarten die met een X worden aangegeven) vliegt de laan uit.

Met 3 spelers of 2 wordt het spel lastiger. Alle collega’s moeten hun naamplaatjes omdraaien, zodat hun taak niet langer zichtbaar is.
De collega die als enige overblijft, wint het spel.

Geef elke speler een naamplaatje, schud de stapel taakkaarten en geef elke speler één kaart. De spelers moeten hun taakkaart in hun naamplaatje plaatsen en dat aan hun kleding vasthaken, zodat alle spelers de taken van hun kersverse collega’s kunnen zien.

Alle collega’s maken om de beurt een gebaar en een geluid dat bij hun taakkaart past. Als de taak bijvoorbeeld ‘Neem de telefoon op’ is, kan de speler doen alsof die de hoorn van de haak neemt, een toets indrukt en de telefoon naar zijn oor brengt, en ‘Tring, tring… hallo?’ als geluid gebruiken. Iedereen mag zelf een gebaar en geluid verzinnen. Hoe gekker, hoe leuker!

Plaats de extra taakkaarten en de prestatiebeoordelingskaarten met de rug naar boven in het midden van het speelgebied.

De oudste speler mag als eerste collega beginnen. Als hij of zij een misser maakt (daar komen we nog op terug), is de volgende speler aan de beurt. Er wordt tegen de klok ingespeeld.

Alle collega’s beginnen het spel door in een vast ritme met hun handpalmen op de tafel te trommelen. Begin de beat door ongeveer elke twee seconden op de tafel te tikken, het wijst zich vanzelf! Hou de beat de hele ronde in stand. Naarmate het spel vordert moet het ritme gestaag worden versneld als blij van het steeds hogere tempo waarop je baas verwacht dat je werkt naarmate je langer in dienst bent.

De eerste collega begint de ronde door zijn taak uit te voeren (het aan het begin van de ronde gekozen gebaar en geluid) en moet daarop direct de taak van een andere collega uitvoeren (door het gebaar en het geluid van die speler te maken).

Collega’s blijven elkaar verantwoordelijkheden toeschuiven terwijl ze de beat in stand houden, totdat iemand een misser maakt.

Voorbeelden van missers:

Niet direct reageren wanneer je taak wordt uitgevoerd
Een taak (gebaar en geluid) niet op de juiste wijze uitvoeren
Te lang wachten tussen het uitvoeren van je eigen taak en die van een collega
Een taak uitvoeren die niet langer deel uitmaakt van het spel

Als een collega een misser maakt, komt de ronde ten einde. Iedereen die een misser opmerkt moet stoppen met trommelen op tafel en ‘Je bent ontslagen!’ roepen. Toon geen genade terwijl je de bedrijfsladder opklimt: als je collega ook maar een paar seconden te langzaam reageert, telt dat al als misser!

De collega die een misser heeft gemaakt moet een prestatiebeoordelingskaart trekken en de taak die op deze kaart staat vermeld hardop voorlezen en uitvoeren. Als een collega een andere taakkaart trekt, moet de speler de kaart in zijn ID-badge daardoor vervangen en op basis van de nieuwe kaart direct een nieuw gebaar en geluid kiezen. Deze collega begint de volgende ronde.

Een speler die drie missers heeft gemaakt (kaarten die met een X worden aangegeven) vliegt de laan uit.

Met 3 spelers of 2 wordt het spel lastiger. Alle collega’s moeten hun naamplaatjes omdraaien, zodat hun taak niet langer zichtbaar is.
De collega die als enige overblijft, wint het spel.